De betekenis
van de naam
In zijn boek "Woordenboek van de
familienamen in België en Noord-Frankrijk", Uitgeverij L.J.Veen,
Amsterdam/Antwerpen, 2003, schrijft Frans Debrabandere op blz. 623:
Hoorsele, van; van Hoorzele, Horseele, Verhoosel(e): - Plaatsnaam Hoorzele bij Lochristi (OVl), 1295 Egidii de Hoersele; 1334
Jan van der Oerzele, Lochristi; 1351 Jacop van der Horzele, Gent. - Plaatsnaam in Waasmunster (OVl): 1306 leen ter Horzele, 1295 Soeta
filia Marie de Hoersele.
In het Jaarboek XXII uit 1986 van de
Heemkundige Kring Oost-Oudburg vzw schreef Dr Maurits Gysseling het
volgende over Hoorzele op blz. 22:
Vroegmiddeleeuwse namen op sali:
Van Sloten hingen een aantal mansioniles af, die
meestal namen op sali droegen: Hrintsale, Faltsale, Friessale, Wetersale, Basin-gasele. Wellicht leeft Faltsale voort in de naam Molzele, te
Oostakker, en Hrintsale in de familienaam van der Hoersele en in
1480 Hoerseel tiende, te Lochristi, en 1770 heerelijckhede van
Oorseele, te Desteldonk (voor de verspringing van r, vergelijk bv.
hors en ros). In Hrintsale schuilt het woord hrinth- dat Nederlands rund
werd; in Faltsale een woord dat bewaard is als Oudengels falud, Oudfrans
falde "schaapskooi". Met Oudnederlands sali, later zele, zijn verwant:
Oudbulgaars selo "tent, landgoed" en selitva "woning", Litauws sala
"dorp", Gotisch saljan "verblijven" en salithwós "herberg", Oudnoords
sel "herdershut" en sal-r "zaalgebouw". In bovengenoemde namen lijkt men
"herdershut, stal" te mogen aannemen.
|